Ook begraven en cremeren belasten ons milieu en klimaat. Er komen metalen in de grond (o.a. in vullingen en prothesen), er wordt CO2 en fijnstof de lucht in geblazen en begraafplaatsen nemen behoorlijk wat, soms schaarse ruimte, in beslag.
Het lijkt daarom zinvol om ook hier naar mogelijkheden te zoeken om te verduurzamen, zonder daar ook meteen voor te kiezen. En die mogelijkheden zijn er.
Praktisch
Sommige verduurzamingsmogelijkheden zijn vrij bescheiden en pragmatisch, andere grijpen emotioneel dieper in. De meeste roepen op zijn minst toch enig gevoel van ongemak op.
Zo is het mogelijk om de restwarmte van crematie nuttig te gebruiken, bijvoorbeeld voor verwarming van het crematorium, in plaats van alle hitte zo maar de lucht in te blazen. Ook vervanging van een houten kist door een kartonnen is een eenvoudige optie.
Composteren
Voor veel mensen emotioneel heftiger zijn de alternatieven voor begraven of cremeren zelf.
Het meest op begraven lijkt composteren. Daarbij wordt het stoffelijk overschot in een afbreekbaar laken in een bed van stro of houtsnippers gelegd. Het wordt met een speciale stof bestrooid, waarna het binnen enkele weken compost wordt.
Resomeren
Bij resomeren of watercrematie komt het overleden lichaam onder hoge druk in een heet bad (150 tot 180 graden) met water en bijtend kaliumhydroxide.
Net als bij een crematie met vuur resteert uiteindelijk as, na ongeveer drie uur. Het enige zichtbare verschil is dat het as wit is, en bij vuurcrematie grijs.
De belasting voor met milieu is echter maar een fractie van vuurcrematie.
Vriesdrogen
Bij cryomatie of promessie of lyofilisatie wordt het lichaam in vloeibaar stikstof van -196 graden onder gedompeld. Daarna wordt het getrild waardoor het in een vochtig poeder uiteenvalt.
Nadat het poeder gedroogd is en is ontdaan van vullingen, implantaten en (andere) metalen, blijft er 25 tot 30 gram droog poeder over. Dat wordt in een afbreekbaar kistje in de grond geplaatst, waar bacteriën het in maximaal een jaar in compost omzetten.
Aarzelingen
Veel mensen hebben op zijn minst aarzelingen bij deze alternatieven. Getuigen ze wel van voldoende respect voor de overledene? En leiden ze niet tot ontmenselijking van de mens?
Van de andere kant: iemand in de grond laten wegrotten en door wormen laten opeten, is ook niet zo respectvol. En wat is het principiële verschil tussen een stoffelijk overschot in het hete vuur tot as laten vergaan of in een hete vloeistof?
Wat vast staat, is dat de alternatieven voor begraven en vuurcremeren aanzienlijk duurzamer zijn. Voor de een weegt dat zwaarder dan voor de ander.
Op dit moment hoeven we echter nog niet te kiezen, want de alternatieven zijn in ons land (en bijna alle andere) illegaal. D66 is een gepassioneerd pleitbezorger voor legalisatie ervan.
Geef als eerste een reactie