Veel gemeenten vragen hun inwoners om, als dat kan, regenpijpen af te koppelen van het riool.

Het water kan dan via een goot of een greppel in de tuin langzaam de grond in zakken (infiltreren). Of naar bijvoorbeeld een vijver of beek stromen.

De hoofdreden voor dit verzoek is dat afkoppeling helpt om bij heftige regenbuien overlast te voorkomen.

Het relatief schone regenwater wordt dan ook niet onnodig met vuil rioolwater gemengd. En er komt niet onnodig vuil water in het oppervlaktewater.

Door een regenton aan te sluiten op de regenpijp heb je water om je tuin mee te besproeien.

Van het huis af

Bij het afkoppelen van de regenpijp is het belangrijk het regenwater van het huis weg te leiden om vochtproblemen te voorkomen. Laat het water een paar meter vanaf de gevel in de tuin vloeien.

De emmertest

Er kunnen in de tuin grondlagen zitten die het water moeilijk doorlaten.

Om dit te checken kun je de ‘emmer-test’ doen: graaf op verschillende plekken in de tuin een gat van één spade diepte en vul het gat met een emmer water.

Als het water binnen een kwartier is weggezakt, is de bodem zeker voldoende waterdoorlatend. Als het langer dan een uur duurt, kun je de pijp het beste laten zitten waar hoe hij zit.