Kleding belast het milieu en klimaat, en niet zo’n beetje, maar we kunnen de gevolgen ervan fors verkleinen.
De milieugevolgen van kleding komt mede door de enorme aantallen waarover het gaat:
- We kopen in ons land per jaar per persoon gemiddeld 46 nieuwe kledingstukken.
- Samen besteden we jaarlijks 20 miljard euro aan nieuwe kleding.
- Wereldwijd kopen we samen 80 miljard kledingstukken per jaar.
- Jaarlijks gaat 22.700.000.000 kilo (22,7 miljoen ton) (zeer vervuilend) katoen naar de kledingindustrie.
- In twintig jaar is wereldwijd de kledingproductie met 400% toegenomen.
- Kleding veroorzaakt 10 procent van de CO2-uitstoot.
- De kledingindustrie is op één na de grootste vervuiler van de wereld, na de olie-industrie.
- Heel goed nieuws: ook jij kunt, als je dat wil, de CO2-uitstoot van jouw kleding heel beperkt houden!
Gelukkig kunnen we wat doen.
Enkele manieren op een rij.
- Kwalitatief goede kleren kopen die lang mee gaan en ook niet snel uit de mode raken.
- ‘Groene’kleren kopen. Op de site rankabrand.nl is te zien hoe groen meer dan 1.500 kledingmerken zijn.
- Tweedehands kleren kopen of kleren van gerecycled materiaal.
- Kleren met het EKO-keurmerk kopen.
- Wie echt voor duurzaam wil gaan: kleren aanschaffen van bio-katoen of kleren van hennep, linnen, of brandnetel (nee, brandt niet!).
- Kleren niet vaker wassen dan nodig. En op een lage temperatuur. 70% van de milieubelasting van kleding komt door het wassen ervan.
- Natte kleren zo vaak mogelijk buiten laten drogen.
- Kleine beschadigingen herstellen (is vaak mogelijk). Elleboogstukken op een colbert zijn chic.
- Niet meer gebruikte kleren naar een tweedehandswinkel of kringloopwinkel doen of in een textielcontainer stoppen (mag ook met kapotte kleren).