Katoen klinkt ‘groen’, als natuurproduct, maar dat is het doorgaans helemaal niet. Om een kilo katoen te telen, is ongeveer 10.000 kilo water nodig. Dat draagt bij aan watertekorten en aantasting van de bodem.
Daar komen de chemische verdelgingsmiddelen bij om insecten te bestrijden. Een kwart van alle insecticiden op de wereld is nodig om katoen te maken. Niet alleen erg schadelijk voor het milieu, maar ook voor de katoenarbeiders.
Verder moet het katoen worden gebleekt en geverfd, en een chemische laag krijgen. Dan moet de katoen nog vanuit ver buitenland worden vervoerd.
Goed nieuws
Maar ook hier kunnen we kiezen voor groener! Biologisch katoen met het EKO–keurmerk is namelijk al veel minder schadelijk. Veel grote winkels hebben al kleren met dat keurmerk.
Het keurmerk Fairtrade katoen van Max Havelaar zorgt er ook nog voor dat de katoenboeren een behoorlijke prijs krijgen.