Boeren, milieu en klimaat

Kunnen de boeren, anders dan de gewone burger, door hun acties hun gang maar gaan? Of hebben ze gewoon gelijk?

Aantasting klimaat

Laten we met cijfers beginnen. De discussie gaat niet over bijdrage van de landbouw aan de uitstoot van broeikasgassen. Die is in Nederland door de landbouw ‘maar’ ongeveer veertien procent van de totale Nederlandse uitstoot.

Ruim de helft daarvan komt door de veeteelt, ruim een kwart door de glastuinbouw en iets minder dan een kwart door de akkerbouw.

De uitstoot door de landbouw is sinds 1990 met 20% afgenomen, ondanks een forse verhoging van de productie. Een iets grotere afname dan die van de totale landelijke uitstoot van CO2.

De industrie deed het met een afname met 35% een stuk beter, maar de elektriciteitscentrales en het verkeer presteerden juist veel slechter, met een toename van de uitstoot van 4,5% (centrales) en 9,5% (verkeer).

Vernieling natuurgebieden

De discussie over de boeren en het milieu gaat echter niet over de uitstoot van CO2 maar die van stikstof, in het bijzonder ammoniak. Die tast onze natuurgebieden ernstig aan.

Ze verrijkt de grond in zo hoge mate dat sommige planten, zoals grassen en brandnetels, de andere planten verdringen, waardoor er van echt, divers natuurgebied steeds minder over dreigt te blijven.

Het RIVM heeft berekend dat van de stikstof die op Nederlandse bodem neerslaat 46% van de landbouw afkomstig is. Alle reden om zeker naar de landbouw te kijken wanneer we de natuur willen helpen overleven.

Radicale boeren hebben dit cijfer bestreden, maar kunnen uiteindelijk toch moeilijk anders dan toegeven dat het (ongeveer) klopt.

Het cijfer geeft zelfs een te gunstig beeld. 32% van de stikstof komt namelijk uit het buitenland en dat deel kunnen we als land niet beïnvloeden. Náár het buitenland gaat overigens nog meer.

Daardoor is van de door onszelf te beïnvloeden uitstoot van stikstof de landbouw voor maar liefst 68% verantwoordelijk. En voor de totale neerslag (dispositie) in natuurgebieden voor 60%.

Boeren toch een gelijk

Toch hebben de boeren een punt, zo blijkt uit een onderzoek van de door de regering ingesteld Commissie Meten en Berekenen Stikstof, onder voorzitterschap van professor Leen Hordijk.

Die commissie heeft de rekenmethoden van het RIVM kritisch tegen het licht gehouden. Conclusie: de berekening van het landelijk aandeel van de landbouw in de stikstof-uitstoot deugt, maar die voor een individueel boeren bedrijf niet.

En die laatste berekening kan de groeimogelijkheden van een boerenbedrijf juist beperken en tot onrechtvaardige situaties leiden.

Volgens de commissie is die manier van meten te globaal, te weinig precies. Daarom adviseert ze:

– het aantal meetpunten uit te breiden

– ook met onder andere neerslag, temperatuur en grondtype rekening te gaan houden,

– verschillen in onder andere staltypen mee te gaan nemen,

– achterstanden in de ontwikkeling van het meetinstrumentarium in te lopen en

– ook satellietbeelden te gaan gebruiken.

Preciezere berekeningen zullen meer recht doen aan de positie van een boerenbedrijf, maar kunnen voor het bedrijf zowel positief als negatief uitpakken.

Boeren doen hun best

De boeren hebben zich al enorm ingespannen om aan milieu- en klimaateisen te voldoen. Daardoor hebben ze sinds 1990 de stikstofuitstoot met maar liefst 66% procent verlaagd, door krimp van de veestapel, eiwitarm voer, emissie(=uitstoot)arme stallen en vooral emissiearme bemesting.

Toch is deze afname van de uitstoot voor de natuur niet genoeg. Begrijpelijk dat dit de boeren frustreert, maar de aantasting van de natuurgebieden gaat door. Na Malta is de stokstofuitstoot per hectare Nederlandse landbouwgrond ook nog altijd de hoogste van de EU.

De oorzaak van de hoge uitstoot is het economisch succes van onze agrarische sector. Nederland is na de VS de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld.

Dit komt door de professionaliteit en doelmatigheid van de Nederlandse boeren, maar ook door de gemeenschappelijke Europese markt en de economische dwang om steeds goedkoper te produceren, wat tot steeds verdere schaalvergroting prikkelt.

Het kernprobleem

De landbouwproductie is door het economisch succes vier keer zo groot als wat we  in ons land samen opeten. Helaas kunnen we het veevoer dat daarvoor nodig is, niet zelf voldoende produceren.

Daarom importeren we daar enorme hoeveelheden van, en mèt dat veevoer ook de stikstof die uiteindelijk in onze natuurgebieden terecht komt.

Er zijn maar twee echte oplossingen: 1. nog méér en duurdere investeringen in verduurzaming met een verdere technologische ontwikkeling en 2. terugdringen van de veestapel.

‘Den Haag’ heeft dit op sterk aandringen van de boerenorganisaties zo lang mogelijk proberen te ontkennen.

Critici waarschuwden al jaren dat dit een doodlopende weg is, niet alleen vanwege de aantasting van de natuurgebieden zelf, maar ook omdat de Nederlandse aanpak botste met nationale en Europese regels.

Die critici bleken gelijk te hebben. De rechter heeft het overtreden van nationale regels en Europese afspraken een halt toe geroepen.

Het grootste slachtoffer daarvan is de bouw, ondanks dat die maar een heel kleine bijdrage aan de stikstofuitstoot veroorzaakt. Grote aantallen bouwprojecten zijn uitgesteld moeten worden.

Nieuwe maatregelen

Omdat de boerenorganisaties medeverantwoordelijk zijn voor de keuze voor de doodlopende weg, kunnen zij nu geen al te grote mond opzetten.

Dat heeft ruimte gegeven aan radicaal rechtse actievoerders die de problematiek zo veel mogelijk ontkennen en de enorme verantwoordelijkheid van de landbouw ervoor proberen te bagatelliseren.

Daarbij schuwen ze intimidatie en vernielzucht niet.

De oplossing

De enige oplossing lijkt een verkleining van de veestapel op een manier die de boeren toch een goed inkomen garandeert en de biologische land bouw bevordert.

Dat moet mogelijk zijn, aangezien maar liefst 36% van de begroting van de EU naar de landbouw gaat, 18 miljard naar plattelandsontwikkeling en 43 miljard naar inkomenssteun voor de boeren.

En die inkomenssteun komt in ons land op dit moment niet op de plekken terecht waar je hem zou verwachten. In Nederland gaat 58% naar de boeren die meer dan modaal verdienen. 21% verdient zelfs meer dan twee maal modaal.

Zij hebben dan ook het meeste te verliezen. Het is dan ook niet gek dat de boer die met een tractor het provinciehuis van Groningen binnenreed in 2018 € 120.917,14 subsidie kreeg.

‘Den Haag’ zet nu alles op alles om met bescheiden maatregelen niet door te hoeven pakken, zoals hogere eisen aan het veevoer.

Helaas vormen die geen echte oplossing, en leiden ze zelfs al gauw tot nieuwe conflicten. Het zijn hooguit oplossingen voor de zeer korte termijn.

Fijnstof

De landbouw stoot CO2 en stikstof uit, maar ook fijnstof, dat direct schadelijk voor onze gezondheid is en doden veroorzaakt.

Wat fijnstof betreft doet de Nederlandse landbouw het goed. In de EU stoten alleen Italië en Finland relatief minder uit. Duitsland vijf keer zo veel.

85% van de fijnstofuitstoot van de landbouw komt door de veehouderij, vooral de pluimveebedrijven.

De toename van het percentage scharrelstallen heeft de uitstoot doen stijgen. Dierenwelzijn en luchtkwaliteit botsen hier met elkaar.

Landschap of agragische bedrijventerreinen?

Naast de uitstoot van broeikasgassen, stikstof en fijnstof heeft de landbouw nog een heel directe, grote invloed op landschap en natuur.

Nogal wat mensen vinden de grote windmolens een aantasting van het landschap. De grootste aantasting is echter de grootschalige landbouw.

Het gevarieerde landschap van het gemengde boerenbedrijf is bijna overal verdwenen. Kale gras- en maislanden zijn overheersend geworden.

Wanneer de boeren niet stevig beloond gaan worden voor bescheming van het landschap en de dierenwereld van onder andere insecten en vogels, kunnen we in plaats van ‘landschap’ beter gaan spreken van ‘agrarische bedrijventerreinen’.  

Wil je op de hoogte blijven van nieuws, achtergronden en analyses? Vul dan hieronder je naam en e-mail-adres in. Je kunt je elk moment weer afmelden.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*