Iedereen doet het of laat het doen: houtwerk schilderen. Hoe beter het schilderwerk is, hoe minder snel je wéér hoef te schilderen. En dus hoe goedkoper je uit bent.

Enkele tips

Een volgende schilderbeurt is minder snel nodig wanneer:

  1. Het hout dat je verft, goed ontvet en geschuurd is.
  2. De grondverf en de dekverf hetzelfde verdunningsmiddel hebben (water of terpentine)
  3. De nieuwe verf hetzelfde verdunningsmiddel als de oude verflagen heeft.
  4. De oude verflagen eerst afgeschraapt en afgebrand worden als die echt afbladderen of krijtachtig zijn geworden.
  5. Je goede verf gebruikt, die goed dekt, niet snel afbladdert en er niet in dikke lagen op geschilderd hoeft te worden.
  6. De verf aan de buitenkant van  buitendeuren, -ramen en -kozijnen vochtdoorlatender is dan die aan de de binnenkant. Verf met minder oplosmiddel is vochtdoorlatender.
  7. Je kleine beschadingen van de verf snel met een likje verf herstelt.
  8. Als de glans van de verf verdwijnt, je hem licht schuurt en aflakt.

Hoe beter het schilderwerk, hoe minder snel je weer hoeft te schilderen, Maar ook: hoe meer geld je bespaart en hoe minder je het milieu en klimaat belast. Een win-win-win-situatie dus!

Milieu en klimaat

Maar je kunt ook nog op andere manieren met het milieu rekening houden:

  1. Verven met het Europees Ecolabel of keurmerk Nature-Plus zijn minder milieubelastend dan andere verf.
  2. Waterverdunbare verven zijn minder schadelijk voor milieu en klimaat dan verven op bijvoorbeeld terpetinebasis.
  3. Maar ook in waterverdunbare verf zitten schadelijke stoffen (maar minder). Gooi daarom ook die zeker niet door de gootsteen!
  4. Wanneer je weer snel gaat schilderen, hoef je de kwasten niet schoon te maken. Een kwast met waterverdunbare verf kun je in een bakje of potje met water doen. Andere kwasten kun je in een gesloten plastic zakje in de vriezer bewaren.
  5. Restanten verf horen bij het klein chemisch afval. Droge verf resten en lege verfblikken kun je bij het restafval doen.