Hoe duurzaam is de quooker?

Zo’n quooker is handig. Je hebt meteen heet water! Maar is hij niet heel milieu- en klimaatonvriendelijk? De producent zegt van niet, onze intuïtie zegt iets anders. Wie heeft er gelijk?

Waar hebben we het over?

Bij een quooker wordt drie tot zeven liter water in een reservoir onder druk op 110 graden gehouden. Het is via een apart kraantje bijna onmiddellijk beschikbaar.

Een quooker combi is tevens aangesloten op de gewone kraan. Gemengd met koud water zorgt het voor het ‘gewone’ warm water.

Na- en voordelen

Het nadeel van de quooker is evident: het water moet permanent op hoge temperatuur worden gehouden. (Voor langdurige afwezigheid kun je hem wel uitzetten.)

Bovendien gebruikt hij elektriciteit en geen gas.

Daar staat echter wel wat tegenover. Wanneer we water heet maken op het fornuis of in een waterkoker, verwarmen we meestal te veel, terwijl we met een quooker veel gemakkelijker de juiste hoeveelheid kunnen tappen.

Bovendien staat de verwarmingsketel vaak verder van de keuken af dan het quookerreservoir.

Daardoor moet het warme water eerst koude leidingen opwarmen voordat wij warm water krijgen. Dat is vooral een voordeel van een  quooker combi.

Het duurzaamst?

De gewone quooker is minder duurzaam dan de waterkoker en de magnetron en veel minder duurzaam dan de fluitketel op gas.

De combi is duurzamer dan de gewone quooker, maar is ook aanzienlijk duurder: tot 1500 euro tegen 900 een gewone.

Hoe duurzaam de combi  is, hangt af van het gebruik. Bij zéér veelvuldig gebruik (grote huishoudens) kan hij relatief duurzaam zijn.  

De fluitketel blijft het meest duurzaam.

Altijd minder duurzaam

Volgens de Stichting Milieu Centraal is de quooker altijd minder duurzaam dan de fluitketel, ook de combi.

De reden die Milieu Centraal daarvoor noemt is volgens ons van ikgaverduurzamen interessant: “Dat komt doordat zulke boilers werken op elektriciteit,” zegt Milieu Centraal. “Dat brengt een veel hogere milieubelasting met zich mee dan water verwarmen met een combiketel op gas.”

De oorzaak daarvan: “Bij de verbranding van fossiele brandstoffen in de elektriciteitscentrale wordt slechts 50 procent van de warmte die vrijkomt omgezet in elektriciteit; de rest gaat verloren. Door die lage efficiëntie vereist het elektrisch opwarmen van water veel meer fossiele brandstoffen dan water opwarmen met een gastoestel.”

Volgens ons een opvallende conclusie, want waarom zou dit dan niet ook gelden voor bijvoorbeeld de keuze tussen een gas- en een elektrische oven?

En dan gaat Milieu Centraal er ook nog vanuit dat de elektriciteitscentrale gas- en niet kolengestookt is.

Wil je op de hoogte blijven van nieuws, achtergronden en analyses? Vul dan hieronder je naam en e-mail-adres in. Je kunt je elk moment weer afmelden.

1 Comment

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*