Goed nieuws voor de energietransitie! We kunnen ruim veertig procent van de woningen en andere gebouwen in ons land verwarmen met warmte uit oppervlaktewater!
Dat blijkt uit een door de adviesbureaus CE Delft en Deltares uitgevoerde studie.
Belangrijkste voorwaarde is dat de warmtebron maximaal vijf kilometer van het te verwarmen pand ligt en dat in de ondergrond warmte opgeslagen kan worden. Aan die voorwaarden wordt in het grootste deel van ons land voldaan.
Uit afvalwater
Volgens een eerdere studie van de onderzoekbureaus Tauw en IF Technology uit 2018 kunnen we ook warmte uit afvalwater halen en daarmee in 16 procent van onze warmtebehoefte voorzien!
Zo werkt aquathermie
Bij deze zogeheten aquathermie halen we in de warmere maanden warmte uit bijvoorbeeld een rivier, meer, ven of kanaal. Daarmee verwarmen we via een warmtewisselaar water van een warmtenet. Als een omgekeerde koelkast. De watertemperatuur moet minstens 15 graden zijn.
Met een elektrische warmtepomp verwarmen we het opgewarmde water van het warmtenet verder. Dat kan een grote pomp zijn voor een hele buurt, maar ook een kleine voor een gebouw.
In de zomer slaan we het grootste deel van het verwarmde water op in de grond (WKO, warmte/koudeopslag), voor de koude maanden.
Met dit systeem kunnen we ook gebouwen koelen.
Noord-Holland helemaal aqua
De provincie met de grootste aquathermie-potentie is Noord-Holland. Van de woningen daar kan maar liefst 96 procent gebruik maken van warmte uit oppervlaktewater en nog eens 2 procent uit afvalwater!
Dat concludeert adviesbureau Syntraal in een recent in opdracht van de provincie uitgevoerd onderzoek. Bijna overal in de provincie is binnen twee kilometer afstand een warmtebron beschikbaar.
Goed nieuws
Dit alles is heel goed nieuws, aangezien dè energiebron waarop ‘Den Haag’ miljarden heeft gezet, biomassaverbranding, veel minder aantrekkelijk blijkt te zijn dan men hoopte.
Inwoners zullen hier in de energietransitie naar gaan vragen. En verwachten dat ook de aquathermie serieus als optie is bekeken.
Geef als eerste een reactie