We kunnen hem helpen!

Egels zijn lieve en vriendelijke dieren die ons helpen slakken en schadelijke wormen en rupsen te bestrijden. Reden om ook vriendelijk met hen om te gaan. En in ieder geval hun leven niet onbedoeld in gevaar te brengen.

Maar hoe doe je dat? Om dat te weten, enkele boeiende feiten.

Egelveilige en -vriendelijke tuin

Egels zien het beste als het donker is. Het zijn nachtdieren, die tot wel 18 uur per dag slapen. Dat doen ze op beschutte plekken, in struikgewas of houtwallen, onder bladeren.

Daarom houden ze van tuinen waar onder bomen en struiken de afgevallen bladeren en takken blijven liggen. Daaronder vinden ze ook veel voedsel.

Omdat egels geen acrobaten zijn, is het gemakkelijk voor ze wanneer ze toch over speciaal aangelegde niet-steile hellinkjes of bruggetjes lage muurtjes of bielzen kunnen nemen.

Heb je een vijver? Zet dan de eventueel steile oevers af, zodat egels er niet in kunnen vallen en verdrinken.

Overleven in de winterslaap

Het is ook belangrijk dat de bladeren onder bomen en struiken in het late najaar, de winter en het vroege voorjaar blijven liggen. Daar liggen dan mogelijk egels in winterslaap.

Ook open composthopen zijn bij de egels populair. Belangrijk daarom dat ook die in de winter en het vroeger voorjaar onaangetast blijven.

De winterslaap is voor de egel geen gemakzucht maar een noodzakelijke manier om te overleven. Ze kunnen in de koude maanden namelijk uiterst moeilijk aan voedsel komen.

Daarom brengen ze hun energieverbruik dan tot het minimum terug en verbranden ze alleen nog maar opgebouwd vet.

Dat doen ze door hun lichaamstemperatuur te laten dalen van 35,5 tot wel 5,0 graden of zelfs nog lager!  Hun hartslag daalt van 180 á 190 per minuut naar 20. En ademhalen doen ze nog maar een enkele keer per minuut.

Wanneer de natuur eind maart / begin april weer op gang komt, gaan ze weer sterk vermagerd op zoek naar voedsel.

Als ze eerder hun beschutte slaapplek verliezen en een nieuwe moeten zoeken, kan dat uiteindelijk dodelijk voor ze zijn.

Kilometers per nacht

Om aan voldoende voedsel te kunnen komen, hebben egels een groot leefgebied nodig. Ze leggen per nacht wel drie kilometer af, of meer. Daarbij worden ze niet belemmerd door eigen territoria van andere egels want die hebben ze niet.

Je kunt egels helpen door het mogelijk te maken naar aangrenzende tuinen te gaan. Bijvoorbeeld door een klein poortje onder uit die schutting te zagen.

Levensgevaarlijke tocht naar een vrouwtje

De altijd alleen levende mannetjes maken tussen april of mei tot juli of augustus soms nog langere tochten. Ze gaan dan op zoek naar een (ook solistisch) vrouwtje.

Een levensgevaarlijke onderneming, die in ons land jaarlijks tussen de 100.000 en 300.000 egels het leven kost.

Dat komt niet doordat de vrouwtjes zo gevaarlijk zijn, maar de weg naar hen toen is dat meestal wel. Egels hebben geen auto-angst geërfd. Daardoor nemen ze uit hun diepe verlangen naar een vrouwtje vaak te grote risico’s bij het oversteken van een weg.

Rij ook daarom als het effe kan niet over donker ogende kleine objecten op de weg.

Geen gif

Veel egels worden het slachtoffer van gif, onder meer (ook biologische) slakkengif.

Water geven, geen melk!

Wanneer de natuur droog is, vinden egels graag een schaaltje vers water in de tuin. Melk drinken ze ook, maar dat is ERG slecht voor ze! Het is daarom uit den boze.

Bel de egelopvang!

Kom je bij een egel uit waarmee iets aan de hand is? Bel dan altijd zo snel mogelijk de egelopvang.

Een gewonde of baby-egel heeft specifieke medische zorg nodig. Bovendien is het een wettelijk beschermde diersoort, die je niet als huisdier mag houden.

Kom je een gewonde egel in het park of bos tegen? Neem hem dan voorzichtig mee, bijvoorbeeld in een doek of sjaal gewikkeld. Hou de gewonde egel vervolgens binnen in huis op een rustige plek, bijvoorbeeld in een doos met voldoende luchtgaten. Tot zijn reis naar de egelopvang.

Een egel hoeft niet zichtbaar gewond te zijn voordat je de egelopvang belt. Bel ook als:

  • hij stinkt (dan is hij gewond)
  • maden op hem zitten
  • hij zich niet oprolt als je hem op zijn zij legt
  • hij hoest
  • hij vieze ogen heeft
  • hij heen en weer wiebelt
  • hij rondjes loopt
  • je hem aanraakt en al zijn stekels plat blijven liggen
  • en/of je andere redenen hebt om je zorgen over een egel te maken.

Bel dan de dichtstbijzijnde egelopvang.  

Wil je op de hoogte blijven van nieuws, achtergronden en analyses? Vul dan hieronder je naam en e-mail-adres in. Je kunt je elk moment weer afmelden.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*